Vervoeging van loswaaien
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het waait los
- zij waaien los
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het waaide los
- zij waaiden los
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is losgewaaid
- zij zijn losgewaaid
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was losgewaaid
- zij waren losgewaaid
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal loswaaien
- zij zult loswaaien
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal losgewaaid zijn
- zij zult losgewaaid zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal loswaaien
- zij zullen loswaaien
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn losgewaaid
- zij zullen zijn losgewaaid