Vervoeging van medeondertekenen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderteken mede
- jij ondertekent mede
- hij/zij/het ondertekent mede
- wij ondertekenen mede
- jullie ondertekenen mede
- zij ondertekenen mede
Onvoltooid verleden tijd
- ik ondertekende mede
- jij ondertekende mede
- hij/zij/het ondertekende mede
- wij ondertekenden mede
- jullie ondertekenden mede
- zij ondertekenden mede
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb medeondertekend
- jij hebt medeondertekend
- hij/zij/het heeft medeondertekend
- wij hebben medeondertekend
- jullie hebben medeondertekend
- zij hebben medeondertekend
Voltooid verleden tijd
- ik had medeondertekend
- jij had medeondertekend
- hij/zij/het had medeondertekend
- wij hadden medeondertekend
- jullie hadden medeondertekend
- zij hadden medeondertekend
Toekomende tijd I
- ik zal medeondertekenen
- jij zult medeondertekenen
- hij/zij/het zal medeondertekenen
- wij zullen medeondertekenen
- jullie zullen medeondertekenen
- zij zullen medeondertekenen
Toekomende tijd II
- ik zal medeondertekend hebben
- jij zult medeondertekend hebben
- hij/zij/het zal medeondertekend hebben
- wij zullen medeondertekend hebben
- jullie zullen medeondertekend hebben
- zij zullen medeondertekend hebben
Conditionalis I
- ik zou medeondertekenen
- jij zou medeondertekenen
- hij/zij/het zou medeondertekenen
- wij zouden medeondertekenen
- jullie zouden medeondertekenen
- zij zouden medeondertekenen
Conditionalis II
- ik zou hebben medeondertekend
- jij zou hebben medeondertekend
- hij/zij/het zou hebben medeondertekend
- wij zouden hebben medeondertekend
- jullie zouden hebben medeondertekend
- zij zouden hebben medeondertekend
Imperatief
- jij onderteken mede
- jullie ondertekent mede