Vervoeging van meepakken
Onbepaalde wijs (infinitief): meepakken
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik pak mee
- jij pakt mee
- hij/zij/het pakt mee
- wij pakken mee
- jullie pakken mee
- zij pakken mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik pakte mee
- jij pakte mee
- hij/zij/het pakte mee
- wij pakten mee
- jullie pakten mee
- zij pakten mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meegepakt
- jij hebt meegepakt
- hij/zij/het heeft meegepakt
- wij hebben meegepakt
- jullie hebben meegepakt
- zij hebben meegepakt
Voltooid verleden tijd
- ik had meegepakt
- jij had meegepakt
- hij/zij/het had meegepakt
- wij hadden meegepakt
- jullie hadden meegepakt
- zij hadden meegepakt
Toekomende tijd I
- ik zal meepakken
- jij zult meepakken
- hij/zij/het zal meepakken
- wij zullen meepakken
- jullie zullen meepakken
- zij zullen meepakken
Toekomende tijd II
- ik zal meegepakt hebben
- jij zult meegepakt hebben
- hij/zij/het zal meegepakt hebben
- wij zullen meegepakt hebben
- jullie zullen meegepakt hebben
- zij zullen meegepakt hebben
Conditionalis I
- ik zou meepakken
- jij zou meepakken
- hij/zij/het zou meepakken
- wij zouden meepakken
- jullie zouden meepakken
- zij zouden meepakken
Conditionalis II
- ik zou hebben meegepakt
- jij zou hebben meegepakt
- hij/zij/het zou hebben meegepakt
- wij zouden hebben meegepakt
- jullie zouden hebben meegepakt
- zij zouden hebben meegepakt
Imperatief
- jij pak mee
- jullie pakt mee