Vervoeging van meesjouwen
Onbepaalde wijs (infinitief): meesjouwen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sjouw mee
- jij sjouwt mee
- hij/zij/het sjouwt mee
- wij sjouwen mee
- jullie sjouwen mee
- zij sjouwen mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik sjouwde mee
- jij sjouwde mee
- hij/zij/het sjouwde mee
- wij sjouwden mee
- jullie sjouwden mee
- zij sjouwden mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meegesjouwd
- jij hebt meegesjouwd
- hij/zij/het heeft meegesjouwd
- wij hebben meegesjouwd
- jullie hebben meegesjouwd
- zij hebben meegesjouwd
Voltooid verleden tijd
- ik had meegesjouwd
- jij had meegesjouwd
- hij/zij/het had meegesjouwd
- wij hadden meegesjouwd
- jullie hadden meegesjouwd
- zij hadden meegesjouwd
Toekomende tijd I
- ik zal meesjouwen
- jij zult meesjouwen
- hij/zij/het zal meesjouwen
- wij zullen meesjouwen
- jullie zullen meesjouwen
- zij zullen meesjouwen
Toekomende tijd II
- ik zal meegesjouwd hebben
- jij zult meegesjouwd hebben
- hij/zij/het zal meegesjouwd hebben
- wij zullen meegesjouwd hebben
- jullie zullen meegesjouwd hebben
- zij zullen meegesjouwd hebben
Conditionalis I
- ik zou meesjouwen
- jij zou meesjouwen
- hij/zij/het zou meesjouwen
- wij zouden meesjouwen
- jullie zouden meesjouwen
- zij zouden meesjouwen
Conditionalis II
- ik zou hebben meegesjouwd
- jij zou hebben meegesjouwd
- hij/zij/het zou hebben meegesjouwd
- wij zouden hebben meegesjouwd
- jullie zouden hebben meegesjouwd
- zij zouden hebben meegesjouwd
Imperatief
- jij sjouw mee
- jullie sjouwt mee