Vervoeging van meetrillen

Onbepaalde wijs (infinitief): meetrillen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het trilt mee
    • zij trillen mee
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het trilde mee
    • zij trilden mee
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft meegetrild
    • zij hebben meegetrild
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had meegetrild
    • zij hadden meegetrild
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal meetrillen
    • zij zult meetrillen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal meegetrild hebben
    • zij zult meegetrild hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal meetrillen
    • zij zullen meetrillen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben meegetrild
    • zij zullen hebben meegetrild