Vervoeging van meeverzekeren
Onbepaalde wijs (infinitief): meeverzekeren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verzeker mee
- jij verzekert mee
- hij/zij/het verzekert mee
- wij verzekeren mee
- jullie verzekeren mee
- zij verzekeren mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik verzekerde mee
- jij verzekerde mee
- hij/zij/het verzekerde mee
- wij verzekerden mee
- jullie verzekerden mee
- zij verzekerden mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meeverzekerd
- jij hebt meeverzekerd
- hij/zij/het heeft meeverzekerd
- wij hebben meeverzekerd
- jullie hebben meeverzekerd
- zij hebben meeverzekerd
Voltooid verleden tijd
- ik had meeverzekerd
- jij had meeverzekerd
- hij/zij/het had meeverzekerd
- wij hadden meeverzekerd
- jullie hadden meeverzekerd
- zij hadden meeverzekerd
Toekomende tijd I
- ik zal meeverzekeren
- jij zult meeverzekeren
- hij/zij/het zal meeverzekeren
- wij zullen meeverzekeren
- jullie zullen meeverzekeren
- zij zullen meeverzekeren
Toekomende tijd II
- ik zal meeverzekerd hebben
- jij zult meeverzekerd hebben
- hij/zij/het zal meeverzekerd hebben
- wij zullen meeverzekerd hebben
- jullie zullen meeverzekerd hebben
- zij zullen meeverzekerd hebben
Conditionalis I
- ik zou meeverzekeren
- jij zou meeverzekeren
- hij/zij/het zou meeverzekeren
- wij zouden meeverzekeren
- jullie zouden meeverzekeren
- zij zouden meeverzekeren
Conditionalis II
- ik zou hebben meeverzekerd
- jij zou hebben meeverzekerd
- hij/zij/het zou hebben meeverzekerd
- wij zouden hebben meeverzekerd
- jullie zouden hebben meeverzekerd
- zij zouden hebben meeverzekerd
Imperatief
- jij verzeker mee
- jullie verzekert mee