Vervoeging van microfilmen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik microfilm
- jij microfilmt
- hij/zij/het microfilmt
- wij microfilmen
- jullie microfilmen
- zij microfilmen
Onvoltooid verleden tijd
- ik microfilmde
- jij microfilmde
- hij/zij/het microfilmde
- wij microfilmden
- jullie microfilmden
- zij microfilmden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemicrofilmd
- jij hebt gemicrofilmd
- hij/zij/het heeft gemicrofilmd
- wij hebben gemicrofilmd
- jullie hebben gemicrofilmd
- zij hebben gemicrofilmd
Voltooid verleden tijd
- ik had gemicrofilmd
- jij had gemicrofilmd
- hij/zij/het had gemicrofilmd
- wij hadden gemicrofilmd
- jullie hadden gemicrofilmd
- zij hadden gemicrofilmd
Toekomende tijd I
- ik zal microfilmen
- jij zult microfilmen
- hij/zij/het zal microfilmen
- wij zullen microfilmen
- jullie zullen microfilmen
- zij zullen microfilmen
Toekomende tijd II
- ik zal gemicrofilmd hebben
- jij zult gemicrofilmd hebben
- hij/zij/het zal gemicrofilmd hebben
- wij zullen gemicrofilmd hebben
- jullie zullen gemicrofilmd hebben
- zij zullen gemicrofilmd hebben
Conditionalis I
- ik zou microfilmen
- jij zou microfilmen
- hij/zij/het zou microfilmen
- wij zouden microfilmen
- jullie zouden microfilmen
- zij zouden microfilmen
Conditionalis II
- ik zou hebben gemicrofilmd
- jij zou hebben gemicrofilmd
- hij/zij/het zou hebben gemicrofilmd
- wij zouden hebben gemicrofilmd
- jullie zouden hebben gemicrofilmd
- zij zouden hebben gemicrofilmd
Imperatief
- jij microfilm
- jullie microfilmt