Vervoeging van misgunnen
Onbepaalde wijs (infinitief): misgunnen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik misgun
- jij misgunt
- hij/zij/het misgunt
- wij misgunnen
- jullie misgunnen
- zij misgunnen
Presente
- io invidio
- tu invidi
- lui/lei/Lei invidia
- noi invidiamo
- voi/Voi invidiate
- loro/Loro invidiano
Onvoltooid verleden tijd
- ik misgunde
- jij misgunde
- hij/zij/het misgunde
- wij misgunden
- jullie misgunden
- zij misgunden
Imperfetto
- io invidiavo
- tu invidiavi
- lui/lei/Lei invidiava
- noi invidiavamo
- voi/Voi invidiavate
- loro/Loro invidiavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb misgund
- jij hebt misgund
- hij/zij/het heeft misgund
- wij hebben misgund
- jullie hebben misgund
- zij hebben misgund
Passato prossimo
- io ho invidiato
- tu hai invidiato
- lui/lei/Lei ha invidiato
- noi abbiamo invidiato
- voi/Voi avete invidiato
- loro/Loro hanno invidiato
Voltooid verleden tijd
- ik had misgund
- jij had misgund
- hij/zij/het had misgund
- wij hadden misgund
- jullie hadden misgund
- zij hadden misgund
Trapassato prossimo
- io avevo invidiato
- tu avevi invidiato
- lui/lei/Lei aveva invidiato
- noi avevamo invidiato
- voi/Voi avevate invidiato
- loro/Loro avevano invidiato
Toekomende tijd I
- ik zal misgunnen
- jij zult misgunnen
- hij/zij/het zal misgunnen
- wij zullen misgunnen
- jullie zullen misgunnen
- zij zullen misgunnen
Futuro semplice
- io invidierò
- tu invidierai
- lui/lei/Lei invidierà
- noi invidieremo
- voi/Voi invidierete
- loro/Loro invidieranno
Toekomende tijd II
- ik zal misgund hebben
- jij zult misgund hebben
- hij/zij/het zal misgund hebben
- wij zullen misgund hebben
- jullie zullen misgund hebben
- zij zullen misgund hebben
Futuro anteriore
- io avrò invidiato
- tu avrai invidiato
- lui/lei/Lei avrà invidiato
- noi avremo invidiato
- voi/Voi avrete invidiato
- loro/Loro avranno invidiato
Conditionalis I
- ik zou misgunnen
- jij zou misgunnen
- hij/zij/het zou misgunnen
- wij zouden misgunnen
- jullie zouden misgunnen
- zij zouden misgunnen
Condizionale presente
- io invidierei
- tu invidieresti
- lui/lei/Lei invidierebbe
- noi invidieremmo
- voi/Voi invidiereste
- loro/Loro invidierebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben misgund
- jij zou hebben misgund
- hij/zij/het zou hebben misgund
- wij zouden hebben misgund
- jullie zouden hebben misgund
- zij zouden hebben misgund
Condizionale passato
- io avrei invidiato
- tu avresti invidiato
- lui/lei/Lei avrebbe invidiato
- noi avremmo invidiato
- voi/Voi avreste invidiato
- loro/Loro avrebbero invidiato
Imperatief
- jij misgun
- jullie misgunt
Imperativo
- tu invidia
- voi/Voi invidiate