Vervoeging van miskleunen
Onbepaalde wijs (infinitief): miskleunen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kleun mis
- jij kleunt mis
- hij/zij/het kleunt mis
- wij kleunen mis
- jullie kleunen mis
- zij kleunen mis
Onvoltooid verleden tijd
- ik kleunde mis
- jij kleunde mis
- hij/zij/het kleunde mis
- wij kleunden mis
- jullie kleunden mis
- zij kleunden mis
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb misgekleund
- jij hebt misgekleund
- hij/zij/het heeft misgekleund
- wij hebben misgekleund
- jullie hebben misgekleund
- zij hebben misgekleund
Voltooid verleden tijd
- ik had misgekleund
- jij had misgekleund
- hij/zij/het had misgekleund
- wij hadden misgekleund
- jullie hadden misgekleund
- zij hadden misgekleund
Toekomende tijd I
- ik zal miskleunen
- jij zult miskleunen
- hij/zij/het zal miskleunen
- wij zullen miskleunen
- jullie zullen miskleunen
- zij zullen miskleunen
Toekomende tijd II
- ik zal misgekleund hebben
- jij zult misgekleund hebben
- hij/zij/het zal misgekleund hebben
- wij zullen misgekleund hebben
- jullie zullen misgekleund hebben
- zij zullen misgekleund hebben
Conditionalis I
- ik zou miskleunen
- jij zou miskleunen
- hij/zij/het zou miskleunen
- wij zouden miskleunen
- jullie zouden miskleunen
- zij zouden miskleunen
Conditionalis II
- ik zou hebben misgekleund
- jij zou hebben misgekleund
- hij/zij/het zou hebben misgekleund
- wij zouden hebben misgekleund
- jullie zouden hebben misgekleund
- zij zouden hebben misgekleund
Imperatief
- jij kleun mis
- jullie kleunt mis