Vervoeging van mistasten
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tast mis
- jij tast mis
- hij/zij/het tast mis
- wij tasten mis
- jullie tasten mis
- zij tasten mis
Onvoltooid verleden tijd
- ik tastte mis
- jij tastte mis
- hij/zij/het tastte mis
- wij tastten mis
- jullie tastten mis
- zij tastten mis
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb misgetast
- jij hebt misgetast
- hij/zij/het heeft misgetast
- wij hebben misgetast
- jullie hebben misgetast
- zij hebben misgetast
Voltooid verleden tijd
- ik had misgetast
- jij had misgetast
- hij/zij/het had misgetast
- wij hadden misgetast
- jullie hadden misgetast
- zij hadden misgetast
Toekomende tijd I
- ik zal mistasten
- jij zult mistasten
- hij/zij/het zal mistasten
- wij zullen mistasten
- jullie zullen mistasten
- zij zullen mistasten
Toekomende tijd II
- ik zal misgetast hebben
- jij zult misgetast hebben
- hij/zij/het zal misgetast hebben
- wij zullen misgetast hebben
- jullie zullen misgetast hebben
- zij zullen misgetast hebben
Conditionalis I
- ik zou mistasten
- jij zou mistasten
- hij/zij/het zou mistasten
- wij zouden mistasten
- jullie zouden mistasten
- zij zouden mistasten
Conditionalis II
- ik zou hebben misgetast
- jij zou hebben misgetast
- hij/zij/het zou hebben misgetast
- wij zouden hebben misgetast
- jullie zouden hebben misgetast
- zij zouden hebben misgetast
Imperatief
- jij tast mis
- jullie tast mis