Vervoeging van miswijzen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik wijs mis
    • jij wijst mis
    • hij/zij/het wijst mis
    • wij wijzen mis
    • jullie wijzen mis
    • zij wijzen mis
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik wees mis
    • jij wees mis
    • hij/zij/het wees mis
    • wij wezen mis
    • jullie wezen mis
    • zij wezen mis
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb misgewezen
    • jij hebt misgewezen
    • hij/zij/het heeft misgewezen
    • wij hebben misgewezen
    • jullie hebben misgewezen
    • zij hebben misgewezen
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had misgewezen
    • jij had misgewezen
    • hij/zij/het had misgewezen
    • wij hadden misgewezen
    • jullie hadden misgewezen
    • zij hadden misgewezen
  • Toekomende tijd I

    • ik zal miswijzen
    • jij zult miswijzen
    • hij/zij/het zal miswijzen
    • wij zullen miswijzen
    • jullie zullen miswijzen
    • zij zullen miswijzen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal misgewezen hebben
    • jij zult misgewezen hebben
    • hij/zij/het zal misgewezen hebben
    • wij zullen misgewezen hebben
    • jullie zullen misgewezen hebben
    • zij zullen misgewezen hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou miswijzen
    • jij zou miswijzen
    • hij/zij/het zou miswijzen
    • wij zouden miswijzen
    • jullie zouden miswijzen
    • zij zouden miswijzen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben misgewezen
    • jij zou hebben misgewezen
    • hij/zij/het zou hebben misgewezen
    • wij zouden hebben misgewezen
    • jullie zouden hebben misgewezen
    • zij zouden hebben misgewezen
  • Imperatief

    • jij wijs mis
    • jullie wijst mis