Vervoeging van moederen
Onbepaalde wijs (infinitief): moederen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik moeder
- jij moedert
- hij/zij/het moedert
- wij moederen
- jullie moederen
- zij moederen
Present
- I beget
- you beget
- he/she/it begets
- we beget
- you beget
- they beget
Onvoltooid verleden tijd
- ik moederde
- jij moederde
- hij/zij/het moederde
- wij moederden
- jullie moederden
- zij moederden
Simple past
- I begot; begat
- you begot; begat
- he/she/it begot; begat
- we begot; begat
- you begot; begat
- they begot; begat
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemoederd
- jij hebt gemoederd
- hij/zij/het heeft gemoederd
- wij hebben gemoederd
- jullie hebben gemoederd
- zij hebben gemoederd
Present perfect
- I have begot
- you have begot
- he/she/it has begot
- we have begot
- you have begot
- they have begot
Voltooid verleden tijd
- ik had gemoederd
- jij had gemoederd
- hij/zij/het had gemoederd
- wij hadden gemoederd
- jullie hadden gemoederd
- zij hadden gemoederd
Past perfect
- I had begot
- you had begot
- he/she/it had begot
- we had begot
- you had begot
- they had begot
Toekomende tijd I
- ik zal moederen
- jij zult moederen
- hij/zij/het zal moederen
- wij zullen moederen
- jullie zullen moederen
- zij zullen moederen
Future
- I will beget
- you will beget
- he/she/it will beget
- we will beget
- you will beget
- they will beget
Toekomende tijd II
- ik zal gemoederd hebben
- jij zult gemoederd hebben
- hij/zij/het zal gemoederd hebben
- wij zullen gemoederd hebben
- jullie zullen gemoederd hebben
- zij zullen gemoederd hebben
Future perfect
- I will have begot
- you will have begot
- he/she/it will have begot
- we will have begot
- you will have begot
- they will have begot
Conditionalis I
- ik zou moederen
- jij zou moederen
- hij/zij/het zou moederen
- wij zouden moederen
- jullie zouden moederen
- zij zouden moederen
Conditional present
- I would beget
- you would beget
- he/she/it would beget
- we would beget
- you would beget
- they would beget
Conditionalis II
- ik zou hebben gemoederd
- jij zou hebben gemoederd
- hij/zij/het zou hebben gemoederd
- wij zouden hebben gemoederd
- jullie zouden hebben gemoederd
- zij zouden hebben gemoederd
Conditional perfect
- I would have begot
- you would have begot
- he/she/it would have begot
- we would have begot
- you would have begot
- they would have begot
Imperatief
- jij moeder
- jullie moedert
Imperative
- you beget
- you beget