Vervoeging van moeten

Vertaling: deber

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik moet
  • jij moet
  • hij/zij/het moet
  • wij moeten
  • jullie moeten
  • zij moeten

Indicativo presente

  • yo debo
  • debes
  • él/ella debe
  • nosotros debemos
  • vosotros debéis
  • ellos/ellas deben

Onvoltooid verleden tijd

  • ik moest
  • jij moest
  • hij/zij/het moest
  • wij moesten
  • jullie moesten
  • zij moesten

Indefinido

  • yo debí
  • debiste
  • él/ella debió
  • nosotros debimos
  • vosotros debisteis
  • ellos/ellas debieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gemoeten
  • jij hebt gemoeten
  • hij/zij/het heeft gemoeten
  • wij hebben gemoeten
  • jullie hebben gemoeten
  • zij hebben gemoeten

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he debido
  • has debido
  • él/ella ha debido
  • nosotros hemos debido
  • vosotros habéis debido
  • ellos/ellas han debido

Voltooid verleden tijd

  • ik had gemoeten
  • jij had gemoeten
  • hij/zij/het had gemoeten
  • wij hadden gemoeten
  • jullie hadden gemoeten
  • zij hadden gemoeten

Pluscuamperfecto

  • yo había debido
  • habías debido
  • él/ella había debido
  • nosotros habíamos debido
  • vosotros habíais debido
  • ellos/ellas habían debido

Toekomende tijd I

  • ik zal moeten
  • jij zult moeten
  • hij/zij/het zal moeten
  • wij zullen moeten
  • jullie zullen moeten
  • zij zullen moeten

Futuro I

  • yo deberé
  • deberás
  • él/ella deberá
  • nosotros deberemos
  • vosotros deberéis
  • ellos/ellas deberán

Toekomende tijd II

  • ik zal gemoeten hebben
  • jij zult gemoeten hebben
  • hij/zij/het zal gemoeten hebben
  • wij zullen gemoeten hebben
  • jullie zullen gemoeten hebben
  • zij zullen gemoeten hebben

Futuro perfecto

  • yo habré debido
  • habrás debido
  • él/ella habrá debido
  • nosotros habremos debido
  • vosotros habréis debido
  • ellos/ellas habrán debido

Conditionalis I

  • ik zou moeten
  • jij zou moeten
  • hij/zij/het zou moeten
  • wij zouden moeten
  • jullie zouden moeten
  • zij zouden moeten

Condicional

  • yo debería
  • deberías
  • él/ella debería
  • nosotros deberíamos
  • vosotros deberíais
  • ellos/ellas deberían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gemoeten
  • jij zou hebben gemoeten
  • hij/zij/het zou hebben gemoeten
  • wij zouden hebben gemoeten
  • jullie zouden hebben gemoeten
  • zij zouden hebben gemoeten

Condicional perfecto

  • yo habría debido
  • habrías debido
  • él/ella habría debido
  • nosotros habríamos debido
  • vosotros habríais debido
  • ellos/ellas habrían debido

Verwijzingen

Bekijk 6 definitie(s) van moeten