Vervoeging van mortificeren
Onbepaalde wijs (infinitief): mortificeren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik mortificeer
- jij mortificeert
- hij/zij/het mortificeert
- wij mortificeren
- jullie mortificeren
- zij mortificeren
Onvoltooid verleden tijd
- ik mortificeerde
- jij mortificeerde
- hij/zij/het mortificeerde
- wij mortificeerden
- jullie mortificeerden
- zij mortificeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemortificeerd
- jij hebt gemortificeerd
- hij/zij/het heeft gemortificeerd
- wij hebben gemortificeerd
- jullie hebben gemortificeerd
- zij hebben gemortificeerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gemortificeerd
- jij had gemortificeerd
- hij/zij/het had gemortificeerd
- wij hadden gemortificeerd
- jullie hadden gemortificeerd
- zij hadden gemortificeerd
Toekomende tijd I
- ik zal mortificeren
- jij zult mortificeren
- hij/zij/het zal mortificeren
- wij zullen mortificeren
- jullie zullen mortificeren
- zij zullen mortificeren
Toekomende tijd II
- ik zal gemortificeerd hebben
- jij zult gemortificeerd hebben
- hij/zij/het zal gemortificeerd hebben
- wij zullen gemortificeerd hebben
- jullie zullen gemortificeerd hebben
- zij zullen gemortificeerd hebben
Conditionalis I
- ik zou mortificeren
- jij zou mortificeren
- hij/zij/het zou mortificeren
- wij zouden mortificeren
- jullie zouden mortificeren
- zij zouden mortificeren
Conditionalis II
- ik zou hebben gemortificeerd
- jij zou hebben gemortificeerd
- hij/zij/het zou hebben gemortificeerd
- wij zouden hebben gemortificeerd
- jullie zouden hebben gemortificeerd
- zij zouden hebben gemortificeerd
Imperatief
- jij mortificeer
- jullie mortificeert