Vervoeging van motten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik mot
- jij mot
- hij/zij/het mot
- wij motten
- jullie motten
- zij motten
Onvoltooid verleden tijd
- ik motte
- jij motte
- hij/zij/het motte
- wij motten
- jullie motten
- zij motten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemot
- jij hebt gemot
- hij/zij/het heeft gemot
- wij hebben gemot
- jullie hebben gemot
- zij hebben gemot
Voltooid verleden tijd
- ik had gemot
- jij had gemot
- hij/zij/het had gemot
- wij hadden gemot
- jullie hadden gemot
- zij hadden gemot
Toekomende tijd I
- ik zal motten
- jij zult motten
- hij/zij/het zal motten
- wij zullen motten
- jullie zullen motten
- zij zullen motten
Toekomende tijd II
- ik zal gemot hebben
- jij zult gemot hebben
- hij/zij/het zal gemot hebben
- wij zullen gemot hebben
- jullie zullen gemot hebben
- zij zullen gemot hebben
Conditionalis I
- ik zou motten
- jij zou motten
- hij/zij/het zou motten
- wij zouden motten
- jullie zouden motten
- zij zouden motten
Conditionalis II
- ik zou hebben gemot
- jij zou hebben gemot
- hij/zij/het zou hebben gemot
- wij zouden hebben gemot
- jullie zouden hebben gemot
- zij zouden hebben gemot
Imperatief
- jij mot
- jullie mot