Vervoeging van nachecken
Onbepaalde wijs (infinitief): nachecken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik check na
- jij checkt na
- hij/zij/het checkt na
- wij checken na
- jullie checken na
- zij checken na
Onvoltooid verleden tijd
- ik checkte na
- jij checkte na
- hij/zij/het checkte na
- wij checkten na
- jullie checkten na
- zij checkten na
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagecheckt
- jij hebt nagecheckt
- hij/zij/het heeft nagecheckt
- wij hebben nagecheckt
- jullie hebben nagecheckt
- zij hebben nagecheckt
Voltooid verleden tijd
- ik had nagecheckt
- jij had nagecheckt
- hij/zij/het had nagecheckt
- wij hadden nagecheckt
- jullie hadden nagecheckt
- zij hadden nagecheckt
Toekomende tijd I
- ik zal nachecken
- jij zult nachecken
- hij/zij/het zal nachecken
- wij zullen nachecken
- jullie zullen nachecken
- zij zullen nachecken
Toekomende tijd II
- ik zal nagecheckt hebben
- jij zult nagecheckt hebben
- hij/zij/het zal nagecheckt hebben
- wij zullen nagecheckt hebben
- jullie zullen nagecheckt hebben
- zij zullen nagecheckt hebben
Conditionalis I
- ik zou nachecken
- jij zou nachecken
- hij/zij/het zou nachecken
- wij zouden nachecken
- jullie zouden nachecken
- zij zouden nachecken
Conditionalis II
- ik zou hebben nagecheckt
- jij zou hebben nagecheckt
- hij/zij/het zou hebben nagecheckt
- wij zouden hebben nagecheckt
- jullie zouden hebben nagecheckt
- zij zouden hebben nagecheckt
Imperatief
- jij check na
- jullie checkt na