Vervoeging van naklinken

Vertaling: zurückwerfen

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het klinkt na
  • zij klinken na

Präsens Indikativ

  • er/sie/es wirft zurück
  • sie werfen zurück

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het klonk na
  • zij klonken na

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es warf zurück
  • sie warfen zurück

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft nageklonken
  • zij hebben nageklonken

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat zurückgeworfen
  • sie haben zurückgeworfen

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had nageklonken
  • zij hadden nageklonken

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte zurückgeworfen
  • sie hatten zurückgeworfen

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal naklinken
  • zij zult naklinken

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird zurückwerfen
  • sie werden zurückwerfen

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal nageklonken hebben
  • zij zult nageklonken hebben

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird zurückgeworfen haben
  • sie werden zurückgeworfen haben

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal naklinken
  • zij zullen naklinken

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zurückwerfen
  • sie würden zurückwerfen

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben nageklonken
  • zij zullen hebben nageklonken

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zurückgeworfen haben
  • sie würden zurückgeworfen haben