Vervoeging van nasynchroniseren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik synchroniseer na
- jij synchroniseert na
- hij/zij/het synchroniseert na
- wij synchroniseren na
- jullie synchroniseren na
- zij synchroniseren na
Onvoltooid verleden tijd
- ik synchroniseerde na
- jij synchroniseerde na
- hij/zij/het synchroniseerde na
- wij synchroniseerden na
- jullie synchroniseerden na
- zij synchroniseerden na
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagesynchroniseerd
- jij hebt nagesynchroniseerd
- hij/zij/het heeft nagesynchroniseerd
- wij hebben nagesynchroniseerd
- jullie hebben nagesynchroniseerd
- zij hebben nagesynchroniseerd
Voltooid verleden tijd
- ik had nagesynchroniseerd
- jij had nagesynchroniseerd
- hij/zij/het had nagesynchroniseerd
- wij hadden nagesynchroniseerd
- jullie hadden nagesynchroniseerd
- zij hadden nagesynchroniseerd
Toekomende tijd I
- ik zal nasynchroniseren
- jij zult nasynchroniseren
- hij/zij/het zal nasynchroniseren
- wij zullen nasynchroniseren
- jullie zullen nasynchroniseren
- zij zullen nasynchroniseren
Toekomende tijd II
- ik zal nagesynchroniseerd hebben
- jij zult nagesynchroniseerd hebben
- hij/zij/het zal nagesynchroniseerd hebben
- wij zullen nagesynchroniseerd hebben
- jullie zullen nagesynchroniseerd hebben
- zij zullen nagesynchroniseerd hebben
Conditionalis I
- ik zou nasynchroniseren
- jij zou nasynchroniseren
- hij/zij/het zou nasynchroniseren
- wij zouden nasynchroniseren
- jullie zouden nasynchroniseren
- zij zouden nasynchroniseren
Conditionalis II
- ik zou hebben nagesynchroniseerd
- jij zou hebben nagesynchroniseerd
- hij/zij/het zou hebben nagesynchroniseerd
- wij zouden hebben nagesynchroniseerd
- jullie zouden hebben nagesynchroniseerd
- zij zouden hebben nagesynchroniseerd
Imperatief
- jij synchroniseer na
- jullie synchroniseert na