Vervoeging van navertellen
Onbepaalde wijs (infinitief): navertellen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertel na
- jij vertelt na
- hij/zij/het vertelt na
- wij vertellen na
- jullie vertellen na
- zij vertellen na
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertelde na
- jij vertelde na
- hij/zij/het vertelde na
- wij vertelden na
- jullie vertelden na
- zij vertelden na
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb naverteld
- jij hebt naverteld
- hij/zij/het heeft naverteld
- wij hebben naverteld
- jullie hebben naverteld
- zij hebben naverteld
Voltooid verleden tijd
- ik had naverteld
- jij had naverteld
- hij/zij/het had naverteld
- wij hadden naverteld
- jullie hadden naverteld
- zij hadden naverteld
Toekomende tijd I
- ik zal navertellen
- jij zult navertellen
- hij/zij/het zal navertellen
- wij zullen navertellen
- jullie zullen navertellen
- zij zullen navertellen
Toekomende tijd II
- ik zal naverteld hebben
- jij zult naverteld hebben
- hij/zij/het zal naverteld hebben
- wij zullen naverteld hebben
- jullie zullen naverteld hebben
- zij zullen naverteld hebben
Conditionalis I
- ik zou navertellen
- jij zou navertellen
- hij/zij/het zou navertellen
- wij zouden navertellen
- jullie zouden navertellen
- zij zouden navertellen
Conditionalis II
- ik zou hebben naverteld
- jij zou hebben naverteld
- hij/zij/het zou hebben naverteld
- wij zouden hebben naverteld
- jullie zouden hebben naverteld
- zij zouden hebben naverteld
Imperatief
- jij vertel na
- jullie vertelt na