Vervoeging van offeren
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik offer
- jij offert
- hij/zij/het offert
- wij offeren
- jullie offeren
- zij offeren
Présent
- je consacre
- tu consacres
- il/elle consacre
- nous consacrons
- vous consacrez
- ils/elles consacrent
Onvoltooid verleden tijd
- ik offerde
- jij offerde
- hij/zij/het offerde
- wij offerden
- jullie offerden
- zij offerden
Indicatif imparfait
- je consacrais
- tu consacrais
- il/elle consacrait
- nous consacrions
- vous consacriez
- ils/elles consacraient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geöfferd
- jij hebt geöfferd
- hij/zij/het heeft geöfferd
- wij hebben geöfferd
- jullie hebben geöfferd
- zij hebben geöfferd
Indicatif passé composé
- j'ai consacré
- tu as consacré
- il/elle a consacré
- nous avons consacré
- vous avez consacré
- ils/elles ont consacré
Voltooid verleden tijd
- ik had geöfferd
- jij had geöfferd
- hij/zij/het had geöfferd
- wij hadden geöfferd
- jullie hadden geöfferd
- zij hadden geöfferd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais consacré
- tu avais consacré
- il/elle avait consacré
- nous avions consacré
- vous aviez consacré
- ils/elles avaient consacré
Toekomende tijd I
- ik zal offeren
- jij zult offeren
- hij/zij/het zal offeren
- wij zullen offeren
- jullie zullen offeren
- zij zullen offeren
Indicatif futur
- je consacrerai
- tu consacreras
- il/elle consacrera
- nous consacrerons
- vous consacrerez
- ils/elles consacreront
Toekomende tijd II
- ik zal geöfferd hebben
- jij zult geöfferd hebben
- hij/zij/het zal geöfferd hebben
- wij zullen geöfferd hebben
- jullie zullen geöfferd hebben
- zij zullen geöfferd hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai consacré
- tu auras consacré
- il/elle aura consacré
- nous aurons consacré
- vous aurez consacré
- ils/elles auront consacré
Conditionalis I
- ik zou offeren
- jij zou offeren
- hij/zij/het zou offeren
- wij zouden offeren
- jullie zouden offeren
- zij zouden offeren
Conditionnel présent
- je consacrerais
- tu consacrerais
- il/elle consacrerait
- nous consacrerions
- vous consacreriez
- ils/elles consacreraient
Conditionalis II
- ik zou hebben geöfferd
- jij zou hebben geöfferd
- hij/zij/het zou hebben geöfferd
- wij zouden hebben geöfferd
- jullie zouden hebben geöfferd
- zij zouden hebben geöfferd
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais consacré
- tu aurais consacré
- il/elle aurait consacré
- nous aurions consacré
- vous auriez consacré
- ils/elles auraient consacré
Imperatief
- jij offer
- jullie offert
Impératif
- tu consacre
- vous consacrez