Vervoeging van omlaaghalen

Onbepaalde wijs (infinitief): omlaaghalen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik haal omlaag
    • jij haalt omlaag
    • hij/zij/het haalt omlaag
    • wij halen omlaag
    • jullie halen omlaag
    • zij halen omlaag
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik haalde omlaag
    • jij haalde omlaag
    • hij/zij/het haalde omlaag
    • wij haalden omlaag
    • jullie haalden omlaag
    • zij haalden omlaag
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb omlaaggehaald
    • jij hebt omlaaggehaald
    • hij/zij/het heeft omlaaggehaald
    • wij hebben omlaaggehaald
    • jullie hebben omlaaggehaald
    • zij hebben omlaaggehaald
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had omlaaggehaald
    • jij had omlaaggehaald
    • hij/zij/het had omlaaggehaald
    • wij hadden omlaaggehaald
    • jullie hadden omlaaggehaald
    • zij hadden omlaaggehaald
  • Toekomende tijd I

    • ik zal omlaaghalen
    • jij zult omlaaghalen
    • hij/zij/het zal omlaaghalen
    • wij zullen omlaaghalen
    • jullie zullen omlaaghalen
    • zij zullen omlaaghalen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal omlaaggehaald hebben
    • jij zult omlaaggehaald hebben
    • hij/zij/het zal omlaaggehaald hebben
    • wij zullen omlaaggehaald hebben
    • jullie zullen omlaaggehaald hebben
    • zij zullen omlaaggehaald hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou omlaaghalen
    • jij zou omlaaghalen
    • hij/zij/het zou omlaaghalen
    • wij zouden omlaaghalen
    • jullie zouden omlaaghalen
    • zij zouden omlaaghalen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben omlaaggehaald
    • jij zou hebben omlaaggehaald
    • hij/zij/het zou hebben omlaaggehaald
    • wij zouden hebben omlaaggehaald
    • jullie zouden hebben omlaaggehaald
    • zij zouden hebben omlaaggehaald
  • Imperatief

    • jij haal omlaag
    • jullie haalt omlaag

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van omlaaghalen