Vervoeging van omlaaghalen
Onbepaalde wijs (infinitief): omlaaghalen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik haal omlaag
- jij haalt omlaag
- hij/zij/het haalt omlaag
- wij halen omlaag
- jullie halen omlaag
- zij halen omlaag
Present
- I chagrin
- you chagrin
- he/she/it chagrins
- we chagrin
- you chagrin
- they chagrin
Onvoltooid verleden tijd
- ik haalde omlaag
- jij haalde omlaag
- hij/zij/het haalde omlaag
- wij haalden omlaag
- jullie haalden omlaag
- zij haalden omlaag
Simple past
- I chagrined
- you chagrined
- he/she/it chagrined
- we chagrined
- you chagrined
- they chagrined
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omlaaggehaald
- jij hebt omlaaggehaald
- hij/zij/het heeft omlaaggehaald
- wij hebben omlaaggehaald
- jullie hebben omlaaggehaald
- zij hebben omlaaggehaald
Present perfect
- I have chagrined
- you have chagrined
- he/she/it has chagrined
- we have chagrined
- you have chagrined
- they have chagrined
Voltooid verleden tijd
- ik had omlaaggehaald
- jij had omlaaggehaald
- hij/zij/het had omlaaggehaald
- wij hadden omlaaggehaald
- jullie hadden omlaaggehaald
- zij hadden omlaaggehaald
Past perfect
- I had chagrined
- you had chagrined
- he/she/it had chagrined
- we had chagrined
- you had chagrined
- they had chagrined
Toekomende tijd I
- ik zal omlaaghalen
- jij zult omlaaghalen
- hij/zij/het zal omlaaghalen
- wij zullen omlaaghalen
- jullie zullen omlaaghalen
- zij zullen omlaaghalen
Future
- I will chagrin
- you will chagrin
- he/she/it will chagrin
- we will chagrin
- you will chagrin
- they will chagrin
Toekomende tijd II
- ik zal omlaaggehaald hebben
- jij zult omlaaggehaald hebben
- hij/zij/het zal omlaaggehaald hebben
- wij zullen omlaaggehaald hebben
- jullie zullen omlaaggehaald hebben
- zij zullen omlaaggehaald hebben
Future perfect
- I will have chagrined
- you will have chagrined
- he/she/it will have chagrined
- we will have chagrined
- you will have chagrined
- they will have chagrined
Conditionalis I
- ik zou omlaaghalen
- jij zou omlaaghalen
- hij/zij/het zou omlaaghalen
- wij zouden omlaaghalen
- jullie zouden omlaaghalen
- zij zouden omlaaghalen
Conditional present
- I would chagrin
- you would chagrin
- he/she/it would chagrin
- we would chagrin
- you would chagrin
- they would chagrin
Conditionalis II
- ik zou hebben omlaaggehaald
- jij zou hebben omlaaggehaald
- hij/zij/het zou hebben omlaaggehaald
- wij zouden hebben omlaaggehaald
- jullie zouden hebben omlaaggehaald
- zij zouden hebben omlaaggehaald
Conditional perfect
- I would have chagrined
- you would have chagrined
- he/she/it would have chagrined
- we would have chagrined
- you would have chagrined
- they would have chagrined
Imperatief
- jij haal omlaag
- jullie haalt omlaag
Imperative
- you chagrin
- you chagrin