Vervoeging van omvertuimelen
Onbepaalde wijs (infinitief): omvertuimelen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tuimel omver
- jij tuimelt omver
- hij/zij/het tuimelt omver
- wij tuimelen omver
- jullie tuimelen omver
- zij tuimelen omver
Onvoltooid verleden tijd
- ik tuimelde omver
- jij tuimelde omver
- hij/zij/het tuimelde omver
- wij tuimelden omver
- jullie tuimelden omver
- zij tuimelden omver
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben omvergetuimeld
- jij bent omvergetuimeld
- hij/zij/het is omvergetuimeld
- wij zijn omvergetuimeld
- jullie zijn omvergetuimeld
- zij zijn omvergetuimeld
Voltooid verleden tijd
- ik was omvergetuimeld
- jij was omvergetuimeld
- hij/zij/het was omvergetuimeld
- wij waren omvergetuimeld
- jullie waren omvergetuimeld
- zij waren omvergetuimeld
Toekomende tijd I
- ik zal omvertuimelen
- jij zult omvertuimelen
- hij/zij/het zal omvertuimelen
- wij zullen omvertuimelen
- jullie zullen omvertuimelen
- zij zullen omvertuimelen
Toekomende tijd II
- ik zal omvergetuimeld zijn
- jij zult omvergetuimeld zijn
- hij/zij/het zal omvergetuimeld zijn
- wij zullen omvergetuimeld zijn
- jullie zullen omvergetuimeld zijn
- zij zullen omvergetuimeld zijn
Conditionalis I
- ik zou omvertuimelen
- jij zou omvertuimelen
- hij/zij/het zou omvertuimelen
- wij zouden omvertuimelen
- jullie zouden omvertuimelen
- zij zouden omvertuimelen
Conditionalis II
- ik zou zijn omvergetuimeld
- jij zou zijn omvergetuimeld
- hij/zij/het zou zijn omvergetuimeld
- wij zouden zijn omvergetuimeld
- jullie zouden zijn omvergetuimeld
- zij zouden zijn omvergetuimeld
Imperatief
- jij tuimel omver
- jullie tuimelt omver