Vervoeging van onderscheppen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderschep
- jij onderschept
- hij/zij/het onderschept
- wij onderscheppen
- jullie onderscheppen
- zij onderscheppen
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderschepte
- jij onderschepte
- hij/zij/het onderschepte
- wij onderschepten
- jullie onderschepten
- zij onderschepten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderschept
- jij hebt onderschept
- hij/zij/het heeft onderschept
- wij hebben onderschept
- jullie hebben onderschept
- zij hebben onderschept
Voltooid verleden tijd
- ik had onderschept
- jij had onderschept
- hij/zij/het had onderschept
- wij hadden onderschept
- jullie hadden onderschept
- zij hadden onderschept
Toekomende tijd I
- ik zal onderscheppen
- jij zult onderscheppen
- hij/zij/het zal onderscheppen
- wij zullen onderscheppen
- jullie zullen onderscheppen
- zij zullen onderscheppen
Toekomende tijd II
- ik zal onderschept hebben
- jij zult onderschept hebben
- hij/zij/het zal onderschept hebben
- wij zullen onderschept hebben
- jullie zullen onderschept hebben
- zij zullen onderschept hebben
Conditionalis I
- ik zou onderscheppen
- jij zou onderscheppen
- hij/zij/het zou onderscheppen
- wij zouden onderscheppen
- jullie zouden onderscheppen
- zij zouden onderscheppen
Conditionalis II
- ik zou hebben onderschept
- jij zou hebben onderschept
- hij/zij/het zou hebben onderschept
- wij zouden hebben onderschept
- jullie zouden hebben onderschept
- zij zouden hebben onderschept
Imperatief
- jij onderschep
- jullie onderschept