Vervoeging van onderwaarderen
Onbepaalde wijs (infinitief): onderwaarderen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik waardeer onder
- jij waardeert onder
- hij/zij/het waardeert onder
- wij waarderen onder
- jullie waarderen onder
- zij waarderen onder
Present
- I underestimate
- you underestimate
- he/she/it underestimates
- we underestimate
- you underestimate
- they underestimate
Onvoltooid verleden tijd
- ik waardeerde onder
- jij waardeerde onder
- hij/zij/het waardeerde onder
- wij waardeerden onder
- jullie waardeerden onder
- zij waardeerden onder
Simple past
- I underestimated
- you underestimated
- he/she/it underestimated
- we underestimated
- you underestimated
- they underestimated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderwaardeerd
- jij hebt onderwaardeerd
- hij/zij/het heeft onderwaardeerd
- wij hebben onderwaardeerd
- jullie hebben onderwaardeerd
- zij hebben onderwaardeerd
Present perfect
- I have underestimated
- you have underestimated
- he/she/it has underestimated
- we have underestimated
- you have underestimated
- they have underestimated
Voltooid verleden tijd
- ik had onderwaardeerd
- jij had onderwaardeerd
- hij/zij/het had onderwaardeerd
- wij hadden onderwaardeerd
- jullie hadden onderwaardeerd
- zij hadden onderwaardeerd
Past perfect
- I had underestimated
- you had underestimated
- he/she/it had underestimated
- we had underestimated
- you had underestimated
- they had underestimated
Toekomende tijd I
- ik zal onderwaarderen
- jij zult onderwaarderen
- hij/zij/het zal onderwaarderen
- wij zullen onderwaarderen
- jullie zullen onderwaarderen
- zij zullen onderwaarderen
Future
- I will underestimate
- you will underestimate
- he/she/it will underestimate
- we will underestimate
- you will underestimate
- they will underestimate
Toekomende tijd II
- ik zal onderwaardeerd hebben
- jij zult onderwaardeerd hebben
- hij/zij/het zal onderwaardeerd hebben
- wij zullen onderwaardeerd hebben
- jullie zullen onderwaardeerd hebben
- zij zullen onderwaardeerd hebben
Future perfect
- I will have underestimated
- you will have underestimated
- he/she/it will have underestimated
- we will have underestimated
- you will have underestimated
- they will have underestimated
Conditionalis I
- ik zou onderwaarderen
- jij zou onderwaarderen
- hij/zij/het zou onderwaarderen
- wij zouden onderwaarderen
- jullie zouden onderwaarderen
- zij zouden onderwaarderen
Conditional present
- I would underestimate
- you would underestimate
- he/she/it would underestimate
- we would underestimate
- you would underestimate
- they would underestimate
Conditionalis II
- ik zou hebben onderwaardeerd
- jij zou hebben onderwaardeerd
- hij/zij/het zou hebben onderwaardeerd
- wij zouden hebben onderwaardeerd
- jullie zouden hebben onderwaardeerd
- zij zouden hebben onderwaardeerd
Conditional perfect
- I would have underestimated
- you would have underestimated
- he/she/it would have underestimated
- we would have underestimated
- you would have underestimated
- they would have underestimated
Imperatief
- jij waardeer onder
- jullie waardeert onder
Imperative
- you underestimate
- you underestimate