Vervoeging van onderwerpen
Onbepaalde wijs (infinitief): onderwerpen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderwerp
- jij onderwerpt
- hij/zij/het onderwerpt
- wij onderwerpen
- jullie onderwerpen
- zij onderwerpen
Present
- I submit
- you submit
- he/she/it submits
- we submit
- you submit
- they submit
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderwierp
- jij onderwierp
- hij/zij/het onderwierp
- wij onderwierpen
- jullie onderwierpen
- zij onderwierpen
Simple past
- I submitted
- you submitted
- he/she/it submitted
- we submitted
- you submitted
- they submitted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderworpen
- jij hebt onderworpen
- hij/zij/het heeft onderworpen
- wij hebben onderworpen
- jullie hebben onderworpen
- zij hebben onderworpen
Present perfect
- I have submitted
- you have submitted
- he/she/it has submitted
- we have submitted
- you have submitted
- they have submitted
Voltooid verleden tijd
- ik had onderworpen
- jij had onderworpen
- hij/zij/het had onderworpen
- wij hadden onderworpen
- jullie hadden onderworpen
- zij hadden onderworpen
Past perfect
- I had submitted
- you had submitted
- he/she/it had submitted
- we had submitted
- you had submitted
- they had submitted
Toekomende tijd I
- ik zal onderwerpen
- jij zult onderwerpen
- hij/zij/het zal onderwerpen
- wij zullen onderwerpen
- jullie zullen onderwerpen
- zij zullen onderwerpen
Future
- I will submit
- you will submit
- he/she/it will submit
- we will submit
- you will submit
- they will submit
Toekomende tijd II
- ik zal onderworpen hebben
- jij zult onderworpen hebben
- hij/zij/het zal onderworpen hebben
- wij zullen onderworpen hebben
- jullie zullen onderworpen hebben
- zij zullen onderworpen hebben
Future perfect
- I will have submitted
- you will have submitted
- he/she/it will have submitted
- we will have submitted
- you will have submitted
- they will have submitted
Conditionalis I
- ik zou onderwerpen
- jij zou onderwerpen
- hij/zij/het zou onderwerpen
- wij zouden onderwerpen
- jullie zouden onderwerpen
- zij zouden onderwerpen
Conditional present
- I would submit
- you would submit
- he/she/it would submit
- we would submit
- you would submit
- they would submit
Conditionalis II
- ik zou hebben onderworpen
- jij zou hebben onderworpen
- hij/zij/het zou hebben onderworpen
- wij zouden hebben onderworpen
- jullie zouden hebben onderworpen
- zij zouden hebben onderworpen
Conditional perfect
- I would have submitted
- you would have submitted
- he/she/it would have submitted
- we would have submitted
- you would have submitted
- they would have submitted
Imperatief
- jij onderwerp
- jullie onderwerpt
Imperative
- you submit
- you submit