Vervoeging van onderzoeken
Onbepaalde wijs (infinitief): onderzoeken
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderzoek
- jij onderzoekt
- hij/zij/het onderzoekt
- wij onderzoeken
- jullie onderzoeken
- zij onderzoeken
Presente
- io esamino
- tu esamini
- lui/lei/Lei esamina
- noi esaminiamo
- voi/Voi esaminate
- loro/Loro esaminano
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderzocht
- jij onderzocht
- hij/zij/het onderzocht
- wij onderzochten
- jullie onderzochten
- zij onderzochten
Imperfetto
- io esaminavo
- tu esaminavi
- lui/lei/Lei esaminava
- noi esaminavamo
- voi/Voi esaminavate
- loro/Loro esaminavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderzocht
- jij hebt onderzocht
- hij/zij/het heeft onderzocht
- wij hebben onderzocht
- jullie hebben onderzocht
- zij hebben onderzocht
Passato prossimo
- io ho esaminato
- tu hai esaminato
- lui/lei/Lei ha esaminato
- noi abbiamo esaminato
- voi/Voi avete esaminato
- loro/Loro hanno esaminato
Voltooid verleden tijd
- ik had onderzocht
- jij had onderzocht
- hij/zij/het had onderzocht
- wij hadden onderzocht
- jullie hadden onderzocht
- zij hadden onderzocht
Trapassato prossimo
- io avevo esaminato
- tu avevi esaminato
- lui/lei/Lei aveva esaminato
- noi avevamo esaminato
- voi/Voi avevate esaminato
- loro/Loro avevano esaminato
Toekomende tijd I
- ik zal onderzoeken
- jij zult onderzoeken
- hij/zij/het zal onderzoeken
- wij zullen onderzoeken
- jullie zullen onderzoeken
- zij zullen onderzoeken
Futuro semplice
- io esaminerò
- tu esaminerai
- lui/lei/Lei esaminerà
- noi esamineremo
- voi/Voi esaminerete
- loro/Loro esamineranno
Toekomende tijd II
- ik zal onderzocht hebben
- jij zult onderzocht hebben
- hij/zij/het zal onderzocht hebben
- wij zullen onderzocht hebben
- jullie zullen onderzocht hebben
- zij zullen onderzocht hebben
Futuro anteriore
- io avrò esaminato
- tu avrai esaminato
- lui/lei/Lei avrà esaminato
- noi avremo esaminato
- voi/Voi avrete esaminato
- loro/Loro avranno esaminato
Conditionalis I
- ik zou onderzoeken
- jij zou onderzoeken
- hij/zij/het zou onderzoeken
- wij zouden onderzoeken
- jullie zouden onderzoeken
- zij zouden onderzoeken
Condizionale presente
- io esaminerei
- tu esamineresti
- lui/lei/Lei esaminerebbe
- noi esamineremmo
- voi/Voi esaminereste
- loro/Loro esaminerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben onderzocht
- jij zou hebben onderzocht
- hij/zij/het zou hebben onderzocht
- wij zouden hebben onderzocht
- jullie zouden hebben onderzocht
- zij zouden hebben onderzocht
Condizionale passato
- io avrei esaminato
- tu avresti esaminato
- lui/lei/Lei avrebbe esaminato
- noi avremmo esaminato
- voi/Voi avreste esaminato
- loro/Loro avrebbero esaminato
Imperatief
- jij onderzoek
- jullie onderzoekt
Imperativo
- tu esamina
- voi/Voi esaminate