Vervoeging van ontketenen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontketenen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontketen
- jij ontketent
- hij/zij/het ontketent
- wij ontketenen
- jullie ontketenen
- zij ontketenen
Indicativo presente
- yo lanzo
- tú lanzas
- él/ella lanza
- nosotros lanzamos
- vosotros lanzáis
- ellos/ellas lanzan
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontketende
- jij ontketende
- hij/zij/het ontketende
- wij ontketenden
- jullie ontketenden
- zij ontketenden
Indefinido
- yo lancé
- tú lanzaste
- él/ella lanzó
- nosotros lanzamos
- vosotros lanzasteis
- ellos/ellas lanzaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontketend
- jij hebt ontketend
- hij/zij/het heeft ontketend
- wij hebben ontketend
- jullie hebben ontketend
- zij hebben ontketend
Pretérito perfecto compuesto
- yo he lanzado
- tú has lanzado
- él/ella ha lanzado
- nosotros hemos lanzado
- vosotros habéis lanzado
- ellos/ellas han lanzado
Voltooid verleden tijd
- ik had ontketend
- jij had ontketend
- hij/zij/het had ontketend
- wij hadden ontketend
- jullie hadden ontketend
- zij hadden ontketend
Pluscuamperfecto
- yo había lanzado
- tú habías lanzado
- él/ella había lanzado
- nosotros habíamos lanzado
- vosotros habíais lanzado
- ellos/ellas habían lanzado
Toekomende tijd I
- ik zal ontketenen
- jij zult ontketenen
- hij/zij/het zal ontketenen
- wij zullen ontketenen
- jullie zullen ontketenen
- zij zullen ontketenen
Futuro I
- yo lanzaré
- tú lanzarás
- él/ella lanzará
- nosotros lanzaremos
- vosotros lanzaréis
- ellos/ellas lanzarán
Toekomende tijd II
- ik zal ontketend hebben
- jij zult ontketend hebben
- hij/zij/het zal ontketend hebben
- wij zullen ontketend hebben
- jullie zullen ontketend hebben
- zij zullen ontketend hebben
Futuro perfecto
- yo habré lanzado
- tú habrás lanzado
- él/ella habrá lanzado
- nosotros habremos lanzado
- vosotros habréis lanzado
- ellos/ellas habrán lanzado
Conditionalis I
- ik zou ontketenen
- jij zou ontketenen
- hij/zij/het zou ontketenen
- wij zouden ontketenen
- jullie zouden ontketenen
- zij zouden ontketenen
Condicional
- yo lanzaría
- tú lanzarías
- él/ella lanzaría
- nosotros lanzaríamos
- vosotros lanzaríais
- ellos/ellas lanzarían
Conditionalis II
- ik zou hebben ontketend
- jij zou hebben ontketend
- hij/zij/het zou hebben ontketend
- wij zouden hebben ontketend
- jullie zouden hebben ontketend
- zij zouden hebben ontketend
Condicional perfecto
- yo habría lanzado
- tú habrías lanzado
- él/ella habría lanzado
- nosotros habríamos lanzado
- vosotros habríais lanzado
- ellos/ellas habrían lanzado
Imperatief
- jij ontketen
- jullie ontketent
Imperativo presente
- tú lanza
- vosotros lanzad