Vervoeging van ontkrachten

Onbepaalde wijs (infinitief): ontkrachten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik ontkracht
    • jij ontkracht
    • hij/zij/het ontkracht
    • wij ontkrachten
    • jullie ontkrachten
    • zij ontkrachten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik ontkrachtte
    • jij ontkrachtte
    • hij/zij/het ontkrachtte
    • wij ontkrachtten
    • jullie ontkrachtten
    • zij ontkrachtten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ontkracht
    • jij hebt ontkracht
    • hij/zij/het heeft ontkracht
    • wij hebben ontkracht
    • jullie hebben ontkracht
    • zij hebben ontkracht
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ontkracht
    • jij had ontkracht
    • hij/zij/het had ontkracht
    • wij hadden ontkracht
    • jullie hadden ontkracht
    • zij hadden ontkracht
  • Toekomende tijd I

    • ik zal ontkrachten
    • jij zult ontkrachten
    • hij/zij/het zal ontkrachten
    • wij zullen ontkrachten
    • jullie zullen ontkrachten
    • zij zullen ontkrachten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ontkracht hebben
    • jij zult ontkracht hebben
    • hij/zij/het zal ontkracht hebben
    • wij zullen ontkracht hebben
    • jullie zullen ontkracht hebben
    • zij zullen ontkracht hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou ontkrachten
    • jij zou ontkrachten
    • hij/zij/het zou ontkrachten
    • wij zouden ontkrachten
    • jullie zouden ontkrachten
    • zij zouden ontkrachten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ontkracht
    • jij zou hebben ontkracht
    • hij/zij/het zou hebben ontkracht
    • wij zouden hebben ontkracht
    • jullie zouden hebben ontkracht
    • zij zouden hebben ontkracht
  • Imperatief

    • jij ontkracht
    • jullie ontkracht

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van ontkrachten