Vervoeging van ontslippen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontslippen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontslip
- jij ontslipt
- hij/zij/het ontslipt
- wij ontslippen
- jullie ontslippen
- zij ontslippen
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontslipte
- jij ontslipte
- hij/zij/het ontslipte
- wij ontslipten
- jullie ontslipten
- zij ontslipten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben ontslipt
- jij bent ontslipt
- hij/zij/het is ontslipt
- wij zijn ontslipt
- jullie zijn ontslipt
- zij zijn ontslipt
Voltooid verleden tijd
- ik was ontslipt
- jij was ontslipt
- hij/zij/het was ontslipt
- wij waren ontslipt
- jullie waren ontslipt
- zij waren ontslipt
Toekomende tijd I
- ik zal ontslippen
- jij zult ontslippen
- hij/zij/het zal ontslippen
- wij zullen ontslippen
- jullie zullen ontslippen
- zij zullen ontslippen
Toekomende tijd II
- ik zal ontslipt zijn
- jij zult ontslipt zijn
- hij/zij/het zal ontslipt zijn
- wij zullen ontslipt zijn
- jullie zullen ontslipt zijn
- zij zullen ontslipt zijn
Conditionalis I
- ik zou ontslippen
- jij zou ontslippen
- hij/zij/het zou ontslippen
- wij zouden ontslippen
- jullie zouden ontslippen
- zij zouden ontslippen
Conditionalis II
- ik zou zijn ontslipt
- jij zou zijn ontslipt
- hij/zij/het zou zijn ontslipt
- wij zouden zijn ontslipt
- jullie zouden zijn ontslipt
- zij zouden zijn ontslipt