Vervoeging van ontvoogden
Onbepaalde wijs (infinitief): ontvoogden
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontvoogd
- jij ontvoogdt
- hij/zij/het ontvoogdt
- wij ontvoogden
- jullie ontvoogden
- zij ontvoogden
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontvoogdde
- jij ontvoogdde
- hij/zij/het ontvoogdde
- wij ontvoogdden
- jullie ontvoogdden
- zij ontvoogdden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontvoogd
- jij hebt ontvoogd
- hij/zij/het heeft ontvoogd
- wij hebben ontvoogd
- jullie hebben ontvoogd
- zij hebben ontvoogd
Voltooid verleden tijd
- ik had ontvoogd
- jij had ontvoogd
- hij/zij/het had ontvoogd
- wij hadden ontvoogd
- jullie hadden ontvoogd
- zij hadden ontvoogd
Toekomende tijd I
- ik zal ontvoogden
- jij zult ontvoogden
- hij/zij/het zal ontvoogden
- wij zullen ontvoogden
- jullie zullen ontvoogden
- zij zullen ontvoogden
Toekomende tijd II
- ik zal ontvoogd hebben
- jij zult ontvoogd hebben
- hij/zij/het zal ontvoogd hebben
- wij zullen ontvoogd hebben
- jullie zullen ontvoogd hebben
- zij zullen ontvoogd hebben
Conditionalis I
- ik zou ontvoogden
- jij zou ontvoogden
- hij/zij/het zou ontvoogden
- wij zouden ontvoogden
- jullie zouden ontvoogden
- zij zouden ontvoogden
Conditionalis II
- ik zou hebben ontvoogd
- jij zou hebben ontvoogd
- hij/zij/het zou hebben ontvoogd
- wij zouden hebben ontvoogd
- jullie zouden hebben ontvoogd
- zij zouden hebben ontvoogd
Imperatief
- jij ontvoogd
- jullie ontvoogdt