Vervoeging van opeenvolgen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het volgt opeen
- zij volgen opeen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het volgde opeen
- zij volgden opeen
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is opeengevolgd
- zij zijn opeengevolgd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was opeengevolgd
- zij waren opeengevolgd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal opeenvolgen
- zij zult opeenvolgen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal opeengevolgd zijn
- zij zult opeengevolgd zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal opeenvolgen
- zij zullen opeenvolgen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn opeengevolgd
- zij zullen zijn opeengevolgd