Vervoeging van opkruien
Onbepaalde wijs (infinitief): opkruien
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krui op
- jij kruit op
- hij/zij/het kruit op
- wij kruien op
- jullie kruien op
- zij kruien op
Onvoltooid verleden tijd
- ik kruide op
- jij kruide op
- hij/zij/het kruide op
- wij kruiden op
- jullie kruiden op
- zij kruiden op
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgekruid
- jij hebt opgekruid
- hij/zij/het heeft opgekruid
- wij hebben opgekruid
- jullie hebben opgekruid
- zij hebben opgekruid
Voltooid verleden tijd
- ik had opgekruid
- jij had opgekruid
- hij/zij/het had opgekruid
- wij hadden opgekruid
- jullie hadden opgekruid
- zij hadden opgekruid
Toekomende tijd I
- ik zal opkruien
- jij zult opkruien
- hij/zij/het zal opkruien
- wij zullen opkruien
- jullie zullen opkruien
- zij zullen opkruien
Toekomende tijd II
- ik zal opgekruid hebben
- jij zult opgekruid hebben
- hij/zij/het zal opgekruid hebben
- wij zullen opgekruid hebben
- jullie zullen opgekruid hebben
- zij zullen opgekruid hebben
Conditionalis I
- ik zou opkruien
- jij zou opkruien
- hij/zij/het zou opkruien
- wij zouden opkruien
- jullie zouden opkruien
- zij zouden opkruien
Conditionalis II
- ik zou hebben opgekruid
- jij zou hebben opgekruid
- hij/zij/het zou hebben opgekruid
- wij zouden hebben opgekruid
- jullie zouden hebben opgekruid
- zij zouden hebben opgekruid
Imperatief
- jij krui op
- jullie kruit op