Vervoeging van optreden

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik treed op
    • jij treedt op
    • hij/zij/het treedt op
    • wij treden op
    • jullie treden op
    • zij treden op
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik trad op
    • jij trad op
    • hij/zij/het trad op
    • wij traden op
    • jullie traden op
    • zij traden op
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben opgetreden
    • jij bent opgetreden
    • hij/zij/het is opgetreden
    • wij zijn opgetreden
    • jullie zijn opgetreden
    • zij zijn opgetreden
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was opgetreden
    • jij was opgetreden
    • hij/zij/het was opgetreden
    • wij waren opgetreden
    • jullie waren opgetreden
    • zij waren opgetreden
  • Toekomende tijd I

    • ik zal optreden
    • jij zult optreden
    • hij/zij/het zal optreden
    • wij zullen optreden
    • jullie zullen optreden
    • zij zullen optreden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal opgetreden zijn
    • jij zult opgetreden zijn
    • hij/zij/het zal opgetreden zijn
    • wij zullen opgetreden zijn
    • jullie zullen opgetreden zijn
    • zij zullen opgetreden zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou optreden
    • jij zou optreden
    • hij/zij/het zou optreden
    • wij zouden optreden
    • jullie zouden optreden
    • zij zouden optreden
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn opgetreden
    • jij zou zijn opgetreden
    • hij/zij/het zou zijn opgetreden
    • wij zouden zijn opgetreden
    • jullie zouden zijn opgetreden
    • zij zouden zijn opgetreden
  • Imperatief

    • jij treed op
    • jullie treedt op

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van optreden