Vervoeging van opwassen
Onbepaalde wijs (infinitief): opwassen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik was op
- jij wast op
- hij/zij/het wast op
- wij wassen op
- jullie wassen op
- zij wassen op
Onvoltooid verleden tijd
- ik waste op
- jij waste op
- hij/zij/het waste op
- wij wasten op
- jullie wasten op
- zij wasten op
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgewassen
- jij bent opgewassen
- hij/zij/het is opgewassen
- wij zijn opgewassen
- jullie zijn opgewassen
- zij zijn opgewassen
Voltooid verleden tijd
- ik was opgewassen
- jij was opgewassen
- hij/zij/het was opgewassen
- wij waren opgewassen
- jullie waren opgewassen
- zij waren opgewassen
Toekomende tijd I
- ik zal opwassen
- jij zult opwassen
- hij/zij/het zal opwassen
- wij zullen opwassen
- jullie zullen opwassen
- zij zullen opwassen
Toekomende tijd II
- ik zal opgewassen zijn
- jij zult opgewassen zijn
- hij/zij/het zal opgewassen zijn
- wij zullen opgewassen zijn
- jullie zullen opgewassen zijn
- zij zullen opgewassen zijn
Conditionalis I
- ik zou opwassen
- jij zou opwassen
- hij/zij/het zou opwassen
- wij zouden opwassen
- jullie zouden opwassen
- zij zouden opwassen
Conditionalis II
- ik zou zijn opgewassen
- jij zou zijn opgewassen
- hij/zij/het zou zijn opgewassen
- wij zouden zijn opgewassen
- jullie zouden zijn opgewassen
- zij zouden zijn opgewassen
Imperatief
- jij was op
- jullie wast op