Vervoeging van overboeken
Onbepaalde wijs (infinitief): overboeken
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik boek over
- jij boekt over
- hij/zij/het boekt over
- wij boeken over
- jullie boeken over
- zij boeken over
Indicativo presente
- yo transfiero
- tú transfieres
- él/ella transfiere
- nosotros transferimos
- vosotros transferís
- ellos/ellas transfieren
Onvoltooid verleden tijd
- ik boekte over
- jij boekte over
- hij/zij/het boekte over
- wij boekten over
- jullie boekten over
- zij boekten over
Indefinido
- yo transferí
- tú transferiste
- él/ella transfirió
- nosotros transferimos
- vosotros transferisteis
- ellos/ellas transfirieron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgeboekt
- jij hebt overgeboekt
- hij/zij/het heeft overgeboekt
- wij hebben overgeboekt
- jullie hebben overgeboekt
- zij hebben overgeboekt
Pretérito perfecto compuesto
- yo he transferido
- tú has transferido
- él/ella ha transferido
- nosotros hemos transferido
- vosotros habéis transferido
- ellos/ellas han transferido
Voltooid verleden tijd
- ik had overgeboekt
- jij had overgeboekt
- hij/zij/het had overgeboekt
- wij hadden overgeboekt
- jullie hadden overgeboekt
- zij hadden overgeboekt
Pluscuamperfecto
- yo había transferido
- tú habías transferido
- él/ella había transferido
- nosotros habíamos transferido
- vosotros habíais transferido
- ellos/ellas habían transferido
Toekomende tijd I
- ik zal overboeken
- jij zult overboeken
- hij/zij/het zal overboeken
- wij zullen overboeken
- jullie zullen overboeken
- zij zullen overboeken
Futuro I
- yo transferiré
- tú transferirás
- él/ella transferirá
- nosotros transferiremos
- vosotros transferiréis
- ellos/ellas transferirán
Toekomende tijd II
- ik zal overgeboekt hebben
- jij zult overgeboekt hebben
- hij/zij/het zal overgeboekt hebben
- wij zullen overgeboekt hebben
- jullie zullen overgeboekt hebben
- zij zullen overgeboekt hebben
Futuro perfecto
- yo habré transferido
- tú habrás transferido
- él/ella habrá transferido
- nosotros habremos transferido
- vosotros habréis transferido
- ellos/ellas habrán transferido
Conditionalis I
- ik zou overboeken
- jij zou overboeken
- hij/zij/het zou overboeken
- wij zouden overboeken
- jullie zouden overboeken
- zij zouden overboeken
Condicional
- yo transferiría
- tú transferirías
- él/ella transferiría
- nosotros transferiríamos
- vosotros transferiríais
- ellos/ellas transferirían
Conditionalis II
- ik zou hebben overgeboekt
- jij zou hebben overgeboekt
- hij/zij/het zou hebben overgeboekt
- wij zouden hebben overgeboekt
- jullie zouden hebben overgeboekt
- zij zouden hebben overgeboekt
Condicional perfecto
- yo habría transferido
- tú habrías transferido
- él/ella habría transferido
- nosotros habríamos transferido
- vosotros habríais transferido
- ellos/ellas habrían transferido
Imperatief
- jij boek over
- jullie boekt over
Imperativo presente
- tú transfiere
- vosotros transferid