Vervoeging van overpoten
Onbepaalde wijs (infinitief): overpoten
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik poot over
- jij poot over
- hij/zij/het poot over
- wij poten over
- jullie poten over
- zij poten over
Onvoltooid verleden tijd
- ik pootte over
- jij pootte over
- hij/zij/het pootte over
- wij pootten over
- jullie pootten over
- zij pootten over
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgepoot
- jij hebt overgepoot
- hij/zij/het heeft overgepoot
- wij hebben overgepoot
- jullie hebben overgepoot
- zij hebben overgepoot
Voltooid verleden tijd
- ik had overgepoot
- jij had overgepoot
- hij/zij/het had overgepoot
- wij hadden overgepoot
- jullie hadden overgepoot
- zij hadden overgepoot
Toekomende tijd I
- ik zal overpoten
- jij zult overpoten
- hij/zij/het zal overpoten
- wij zullen overpoten
- jullie zullen overpoten
- zij zullen overpoten
Toekomende tijd II
- ik zal overgepoot hebben
- jij zult overgepoot hebben
- hij/zij/het zal overgepoot hebben
- wij zullen overgepoot hebben
- jullie zullen overgepoot hebben
- zij zullen overgepoot hebben
Conditionalis I
- ik zou overpoten
- jij zou overpoten
- hij/zij/het zou overpoten
- wij zouden overpoten
- jullie zouden overpoten
- zij zouden overpoten
Conditionalis II
- ik zou hebben overgepoot
- jij zou hebben overgepoot
- hij/zij/het zou hebben overgepoot
- wij zouden hebben overgepoot
- jullie zouden hebben overgepoot
- zij zouden hebben overgepoot
Imperatief
- jij poot over
- jullie poot over