Vervoeging van overreiken

Onbepaalde wijs (infinitief): overreiken

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik reik over
    • jij reikt over
    • hij/zij/het reikt over
    • wij reiken over
    • jullie reiken over
    • zij reiken over
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik reikte over
    • jij reikte over
    • hij/zij/het reikte over
    • wij reikten over
    • jullie reikten over
    • zij reikten over
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb overgereikt
    • jij hebt overgereikt
    • hij/zij/het heeft overgereikt
    • wij hebben overgereikt
    • jullie hebben overgereikt
    • zij hebben overgereikt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had overgereikt
    • jij had overgereikt
    • hij/zij/het had overgereikt
    • wij hadden overgereikt
    • jullie hadden overgereikt
    • zij hadden overgereikt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal overreiken
    • jij zult overreiken
    • hij/zij/het zal overreiken
    • wij zullen overreiken
    • jullie zullen overreiken
    • zij zullen overreiken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal overgereikt hebben
    • jij zult overgereikt hebben
    • hij/zij/het zal overgereikt hebben
    • wij zullen overgereikt hebben
    • jullie zullen overgereikt hebben
    • zij zullen overgereikt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou overreiken
    • jij zou overreiken
    • hij/zij/het zou overreiken
    • wij zouden overreiken
    • jullie zouden overreiken
    • zij zouden overreiken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben overgereikt
    • jij zou hebben overgereikt
    • hij/zij/het zou hebben overgereikt
    • wij zouden hebben overgereikt
    • jullie zouden hebben overgereikt
    • zij zouden hebben overgereikt
  • Imperatief

    • jij reik over
    • jullie reikt over