Vervoeging van overspelen
Onbepaalde wijs (infinitief): overspelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik overspeel
- jij overspeelt
- hij/zij/het overspeelt
- wij overspelen
- jullie overspelen
- zij overspelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik overspeelde
- jij overspeelde
- hij/zij/het overspeelde
- wij overspeelden
- jullie overspeelden
- zij overspeelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overspeeld
- jij hebt overspeeld
- hij/zij/het heeft overspeeld
- wij hebben overspeeld
- jullie hebben overspeeld
- zij hebben overspeeld
Voltooid verleden tijd
- ik had overspeeld
- jij had overspeeld
- hij/zij/het had overspeeld
- wij hadden overspeeld
- jullie hadden overspeeld
- zij hadden overspeeld
Toekomende tijd I
- ik zal overspelen
- jij zult overspelen
- hij/zij/het zal overspelen
- wij zullen overspelen
- jullie zullen overspelen
- zij zullen overspelen
Toekomende tijd II
- ik zal overspeeld hebben
- jij zult overspeeld hebben
- hij/zij/het zal overspeeld hebben
- wij zullen overspeeld hebben
- jullie zullen overspeeld hebben
- zij zullen overspeeld hebben
Conditionalis I
- ik zou overspelen
- jij zou overspelen
- hij/zij/het zou overspelen
- wij zouden overspelen
- jullie zouden overspelen
- zij zouden overspelen
Conditionalis II
- ik zou hebben overspeeld
- jij zou hebben overspeeld
- hij/zij/het zou hebben overspeeld
- wij zouden hebben overspeeld
- jullie zouden hebben overspeeld
- zij zouden hebben overspeeld
Imperatief
- jij overspeel
- jullie overspeelt