Vervoeging van pellen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik pel
    • jij pelt
    • hij/zij/het pelt
    • wij pellen
    • jullie pellen
    • zij pellen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pelde
    • jij pelde
    • hij/zij/het pelde
    • wij pelden
    • jullie pelden
    • zij pelden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gepeld
    • jij hebt gepeld
    • hij/zij/het heeft gepeld
    • wij hebben gepeld
    • jullie hebben gepeld
    • zij hebben gepeld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gepeld
    • jij had gepeld
    • hij/zij/het had gepeld
    • wij hadden gepeld
    • jullie hadden gepeld
    • zij hadden gepeld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal pellen
    • jij zult pellen
    • hij/zij/het zal pellen
    • wij zullen pellen
    • jullie zullen pellen
    • zij zullen pellen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gepeld hebben
    • jij zult gepeld hebben
    • hij/zij/het zal gepeld hebben
    • wij zullen gepeld hebben
    • jullie zullen gepeld hebben
    • zij zullen gepeld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou pellen
    • jij zou pellen
    • hij/zij/het zou pellen
    • wij zouden pellen
    • jullie zouden pellen
    • zij zouden pellen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gepeld
    • jij zou hebben gepeld
    • hij/zij/het zou hebben gepeld
    • wij zouden hebben gepeld
    • jullie zouden hebben gepeld
    • zij zouden hebben gepeld
  • Imperatief

    • jij pel
    • jullie pelt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van pellen