Vervoeging van petitioneren
Onbepaalde wijs (infinitief): petitioneren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik petitioneer
- jij petitioneert
- hij/zij/het petitioneert
- wij petitioneren
- jullie petitioneren
- zij petitioneren
Onvoltooid verleden tijd
- ik petitioneerde
- jij petitioneerde
- hij/zij/het petitioneerde
- wij petitioneerden
- jullie petitioneerden
- zij petitioneerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepetitioneerd
- jij hebt gepetitioneerd
- hij/zij/het heeft gepetitioneerd
- wij hebben gepetitioneerd
- jullie hebben gepetitioneerd
- zij hebben gepetitioneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gepetitioneerd
- jij had gepetitioneerd
- hij/zij/het had gepetitioneerd
- wij hadden gepetitioneerd
- jullie hadden gepetitioneerd
- zij hadden gepetitioneerd
Toekomende tijd I
- ik zal petitioneren
- jij zult petitioneren
- hij/zij/het zal petitioneren
- wij zullen petitioneren
- jullie zullen petitioneren
- zij zullen petitioneren
Toekomende tijd II
- ik zal gepetitioneerd hebben
- jij zult gepetitioneerd hebben
- hij/zij/het zal gepetitioneerd hebben
- wij zullen gepetitioneerd hebben
- jullie zullen gepetitioneerd hebben
- zij zullen gepetitioneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou petitioneren
- jij zou petitioneren
- hij/zij/het zou petitioneren
- wij zouden petitioneren
- jullie zouden petitioneren
- zij zouden petitioneren
Conditionalis II
- ik zou hebben gepetitioneerd
- jij zou hebben gepetitioneerd
- hij/zij/het zou hebben gepetitioneerd
- wij zouden hebben gepetitioneerd
- jullie zouden hebben gepetitioneerd
- zij zouden hebben gepetitioneerd
Imperatief
- jij petitioneer
- jullie petitioneert