Vervoeging van piketten
Onbepaalde wijs (infinitief): piketten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik piket
- jij piket
- hij/zij/het piket
- wij piketten
- jullie piketten
- zij piketten
Onvoltooid verleden tijd
- ik pikette
- jij pikette
- hij/zij/het pikette
- wij piketten
- jullie piketten
- zij piketten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepiket
- jij hebt gepiket
- hij/zij/het heeft gepiket
- wij hebben gepiket
- jullie hebben gepiket
- zij hebben gepiket
Voltooid verleden tijd
- ik had gepiket
- jij had gepiket
- hij/zij/het had gepiket
- wij hadden gepiket
- jullie hadden gepiket
- zij hadden gepiket
Toekomende tijd I
- ik zal piketten
- jij zult piketten
- hij/zij/het zal piketten
- wij zullen piketten
- jullie zullen piketten
- zij zullen piketten
Toekomende tijd II
- ik zal gepiket hebben
- jij zult gepiket hebben
- hij/zij/het zal gepiket hebben
- wij zullen gepiket hebben
- jullie zullen gepiket hebben
- zij zullen gepiket hebben
Conditionalis I
- ik zou piketten
- jij zou piketten
- hij/zij/het zou piketten
- wij zouden piketten
- jullie zouden piketten
- zij zouden piketten
Conditionalis II
- ik zou hebben gepiket
- jij zou hebben gepiket
- hij/zij/het zou hebben gepiket
- wij zouden hebben gepiket
- jullie zouden hebben gepiket
- zij zouden hebben gepiket
Imperatief
- jij piket
- jullie piket