Vervoeging van plomberen
Onbepaalde wijs (infinitief): plomberen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik plombeer
- jij plombeert
- hij/zij/het plombeert
- wij plomberen
- jullie plomberen
- zij plomberen
Present
- I fill
- you fill
- he/she/it fills
- we fill
- you fill
- they fill
Onvoltooid verleden tijd
- ik plombeerde
- jij plombeerde
- hij/zij/het plombeerde
- wij plombeerden
- jullie plombeerden
- zij plombeerden
Simple past
- I filled
- you filled
- he/she/it filled
- we filled
- you filled
- they filled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geplombeerd
- jij hebt geplombeerd
- hij/zij/het heeft geplombeerd
- wij hebben geplombeerd
- jullie hebben geplombeerd
- zij hebben geplombeerd
Present perfect
- I have filled
- you have filled
- he/she/it has filled
- we have filled
- you have filled
- they have filled
Voltooid verleden tijd
- ik had geplombeerd
- jij had geplombeerd
- hij/zij/het had geplombeerd
- wij hadden geplombeerd
- jullie hadden geplombeerd
- zij hadden geplombeerd
Past perfect
- I had filled
- you had filled
- he/she/it had filled
- we had filled
- you had filled
- they had filled
Toekomende tijd I
- ik zal plomberen
- jij zult plomberen
- hij/zij/het zal plomberen
- wij zullen plomberen
- jullie zullen plomberen
- zij zullen plomberen
Future
- I will fill
- you will fill
- he/she/it will fill
- we will fill
- you will fill
- they will fill
Toekomende tijd II
- ik zal geplombeerd hebben
- jij zult geplombeerd hebben
- hij/zij/het zal geplombeerd hebben
- wij zullen geplombeerd hebben
- jullie zullen geplombeerd hebben
- zij zullen geplombeerd hebben
Future perfect
- I will have filled
- you will have filled
- he/she/it will have filled
- we will have filled
- you will have filled
- they will have filled
Conditionalis I
- ik zou plomberen
- jij zou plomberen
- hij/zij/het zou plomberen
- wij zouden plomberen
- jullie zouden plomberen
- zij zouden plomberen
Conditional present
- I would fill
- you would fill
- he/she/it would fill
- we would fill
- you would fill
- they would fill
Conditionalis II
- ik zou hebben geplombeerd
- jij zou hebben geplombeerd
- hij/zij/het zou hebben geplombeerd
- wij zouden hebben geplombeerd
- jullie zouden hebben geplombeerd
- zij zouden hebben geplombeerd
Conditional perfect
- I would have filled
- you would have filled
- he/she/it would have filled
- we would have filled
- you would have filled
- they would have filled
Imperatief
- jij plombeer
- jullie plombeert
Imperative
- you fill
- you fill