Vervoeging van postvatten
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vat post
- jij vat post
- hij/zij/het vat post
- wij vatten post
- jullie vatten post
- zij vatten post
Onvoltooid verleden tijd
- ik vatte post
- jij vatte post
- hij/zij/het vatte post
- wij vatten post
- jullie vatten post
- zij vatten post
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb postgevat
- jij hebt postgevat
- hij/zij/het heeft postgevat
- wij hebben postgevat
- jullie hebben postgevat
- zij hebben postgevat
Voltooid verleden tijd
- ik had postgevat
- jij had postgevat
- hij/zij/het had postgevat
- wij hadden postgevat
- jullie hadden postgevat
- zij hadden postgevat
Toekomende tijd I
- ik zal postvatten
- jij zult postvatten
- hij/zij/het zal postvatten
- wij zullen postvatten
- jullie zullen postvatten
- zij zullen postvatten
Toekomende tijd II
- ik zal postgevat hebben
- jij zult postgevat hebben
- hij/zij/het zal postgevat hebben
- wij zullen postgevat hebben
- jullie zullen postgevat hebben
- zij zullen postgevat hebben
Conditionalis I
- ik zou postvatten
- jij zou postvatten
- hij/zij/het zou postvatten
- wij zouden postvatten
- jullie zouden postvatten
- zij zouden postvatten
Conditionalis II
- ik zou hebben postgevat
- jij zou hebben postgevat
- hij/zij/het zou hebben postgevat
- wij zouden hebben postgevat
- jullie zouden hebben postgevat
- zij zouden hebben postgevat
Imperatief
- jij vat post
- jullie vat post