Vervoeging van preoccuperen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het preoccupeert
- zij preoccuperen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het preoccupeerde
- zij preoccupeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gepreoccupeerd
- zij hebben gepreoccupeerd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gepreoccupeerd
- zij hadden gepreoccupeerd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal preoccuperen
- zij zult preoccuperen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gepreoccupeerd hebben
- zij zult gepreoccupeerd hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal preoccuperen
- zij zullen preoccuperen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gepreoccupeerd
- zij zullen hebben gepreoccupeerd