Vervoeging van profileren
Onbepaalde wijs (infinitief): profileren
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik profileer
- jij profileert
- hij/zij/het profileert
- wij profileren
- jullie profileren
- zij profileren
Presente
- io accento
- tu accenti
- lui/lei/Lei accenta
- noi accentiamo
- voi/Voi accentate
- loro/Loro accentano
Onvoltooid verleden tijd
- ik profileerde
- jij profileerde
- hij/zij/het profileerde
- wij profileerden
- jullie profileerden
- zij profileerden
Imperfetto
- io accentavo
- tu accentavi
- lui/lei/Lei accentava
- noi accentavamo
- voi/Voi accentavate
- loro/Loro accentavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geprofileerd
- jij hebt geprofileerd
- hij/zij/het heeft geprofileerd
- wij hebben geprofileerd
- jullie hebben geprofileerd
- zij hebben geprofileerd
Passato prossimo
- io ho accentato
- tu hai accentato
- lui/lei/Lei ha accentato
- noi abbiamo accentato
- voi/Voi avete accentato
- loro/Loro hanno accentato
Voltooid verleden tijd
- ik had geprofileerd
- jij had geprofileerd
- hij/zij/het had geprofileerd
- wij hadden geprofileerd
- jullie hadden geprofileerd
- zij hadden geprofileerd
Trapassato prossimo
- io avevo accentato
- tu avevi accentato
- lui/lei/Lei aveva accentato
- noi avevamo accentato
- voi/Voi avevate accentato
- loro/Loro avevano accentato
Toekomende tijd I
- ik zal profileren
- jij zult profileren
- hij/zij/het zal profileren
- wij zullen profileren
- jullie zullen profileren
- zij zullen profileren
Futuro semplice
- io accenterò
- tu accenterai
- lui/lei/Lei accenterà
- noi accenteremo
- voi/Voi accenterete
- loro/Loro accenteranno
Toekomende tijd II
- ik zal geprofileerd hebben
- jij zult geprofileerd hebben
- hij/zij/het zal geprofileerd hebben
- wij zullen geprofileerd hebben
- jullie zullen geprofileerd hebben
- zij zullen geprofileerd hebben
Futuro anteriore
- io avrò accentato
- tu avrai accentato
- lui/lei/Lei avrà accentato
- noi avremo accentato
- voi/Voi avrete accentato
- loro/Loro avranno accentato
Conditionalis I
- ik zou profileren
- jij zou profileren
- hij/zij/het zou profileren
- wij zouden profileren
- jullie zouden profileren
- zij zouden profileren
Condizionale presente
- io accenterei
- tu accenteresti
- lui/lei/Lei accenterebbe
- noi accenteremmo
- voi/Voi accentereste
- loro/Loro accenterebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben geprofileerd
- jij zou hebben geprofileerd
- hij/zij/het zou hebben geprofileerd
- wij zouden hebben geprofileerd
- jullie zouden hebben geprofileerd
- zij zouden hebben geprofileerd
Condizionale passato
- io avrei accentato
- tu avresti accentato
- lui/lei/Lei avrebbe accentato
- noi avremmo accentato
- voi/Voi avreste accentato
- loro/Loro avrebbero accentato
Imperatief
- jij profileer
- jullie profileert
Imperativo
- tu accenta
- voi/Voi accentate