Vervoeging van raken

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik raak
  • jij raakt
  • hij/zij/het raakt
  • wij raken
  • jullie raken
  • zij raken

Presente

  • io concerno
  • tu concerni
  • lui/lei/Lei concerne
  • noi concerniamo
  • voi/Voi concernete
  • loro/Loro concernono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik raakte
  • jij raakte
  • hij/zij/het raakte
  • wij raakten
  • jullie raakten
  • zij raakten

Imperfetto

  • io concernevo
  • tu concernevi
  • lui/lei/Lei concerneva
  • noi concernevamo
  • voi/Voi concernevate
  • loro/Loro concernevano

Toekomende tijd I

  • ik zal raken
  • jij zult raken
  • hij/zij/het zal raken
  • wij zullen raken
  • jullie zullen raken
  • zij zullen raken

Futuro semplice

  • io concernerò
  • tu concernerai
  • lui/lei/Lei concernerà
  • noi concerneremo
  • voi/Voi concernerete
  • loro/Loro concerneranno

Conditionalis I

  • ik zou raken
  • jij zou raken
  • hij/zij/het zou raken
  • wij zouden raken
  • jullie zouden raken
  • zij zouden raken

Condizionale presente

  • io concernerei
  • tu concerneresti
  • lui/lei/Lei concernerebbe
  • noi concerneremmo
  • voi/Voi concernereste
  • loro/Loro concernerebbero

Imperatief

  • jij raak
  • jullie raakt

Imperativo

  • tu concerni
  • voi/Voi concernete

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van raken