Vervoeging van relayeren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het relayeert
    • zij relayeren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het relayeerde
    • zij relayeerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft gerelayeerd
    • zij hebben gerelayeerd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had gerelayeerd
    • zij hadden gerelayeerd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal relayeren
    • zij zult relayeren
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal gerelayeerd hebben
    • zij zult gerelayeerd hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal relayeren
    • zij zullen relayeren
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben gerelayeerd
    • zij zullen hebben gerelayeerd

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van relayeren