Vervoeging van schadeloosstellen

Onbepaalde wijs (infinitief): schadeloosstellen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik stel schadeloos
    • jij stelt schadeloos
    • hij/zij/het stelt schadeloos
    • wij stellen schadeloos
    • jullie stellen schadeloos
    • zij stellen schadeloos
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stelde schadeloos
    • jij stelde schadeloos
    • hij/zij/het stelde schadeloos
    • wij stelden schadeloos
    • jullie stelden schadeloos
    • zij stelden schadeloos
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb schadeloosgesteld
    • jij hebt schadeloosgesteld
    • hij/zij/het heeft schadeloosgesteld
    • wij hebben schadeloosgesteld
    • jullie hebben schadeloosgesteld
    • zij hebben schadeloosgesteld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had schadeloosgesteld
    • jij had schadeloosgesteld
    • hij/zij/het had schadeloosgesteld
    • wij hadden schadeloosgesteld
    • jullie hadden schadeloosgesteld
    • zij hadden schadeloosgesteld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal schadeloosstellen
    • jij zult schadeloosstellen
    • hij/zij/het zal schadeloosstellen
    • wij zullen schadeloosstellen
    • jullie zullen schadeloosstellen
    • zij zullen schadeloosstellen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal schadeloosgesteld hebben
    • jij zult schadeloosgesteld hebben
    • hij/zij/het zal schadeloosgesteld hebben
    • wij zullen schadeloosgesteld hebben
    • jullie zullen schadeloosgesteld hebben
    • zij zullen schadeloosgesteld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou schadeloosstellen
    • jij zou schadeloosstellen
    • hij/zij/het zou schadeloosstellen
    • wij zouden schadeloosstellen
    • jullie zouden schadeloosstellen
    • zij zouden schadeloosstellen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben schadeloosgesteld
    • jij zou hebben schadeloosgesteld
    • hij/zij/het zou hebben schadeloosgesteld
    • wij zouden hebben schadeloosgesteld
    • jullie zouden hebben schadeloosgesteld
    • zij zouden hebben schadeloosgesteld
  • Imperatief

    • jij stel schadeloos
    • jullie stelt schadeloos