Vervoeging van schermen
Onbepaalde wijs (infinitief): schermen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik scherm
- jij schermt
- hij/zij/het schermt
- wij schermen
- jullie schermen
- zij schermen
Indicativo presente
- yo esgrimo
- tú esgrimes
- él/ella esgrime
- nosotros esgrimimos
- vosotros esgrimís
- ellos/ellas esgrimen
Onvoltooid verleden tijd
- ik schermde
- jij schermde
- hij/zij/het schermde
- wij schermden
- jullie schermden
- zij schermden
Indefinido
- yo esgrimí
- tú esgrimiste
- él/ella esgrimió
- nosotros esgrimimos
- vosotros esgrimisteis
- ellos/ellas esgrimieron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geschermd
- jij hebt geschermd
- hij/zij/het heeft geschermd
- wij hebben geschermd
- jullie hebben geschermd
- zij hebben geschermd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he esgrimido
- tú has esgrimido
- él/ella ha esgrimido
- nosotros hemos esgrimido
- vosotros habéis esgrimido
- ellos/ellas han esgrimido
Voltooid verleden tijd
- ik had geschermd
- jij had geschermd
- hij/zij/het had geschermd
- wij hadden geschermd
- jullie hadden geschermd
- zij hadden geschermd
Pluscuamperfecto
- yo había esgrimido
- tú habías esgrimido
- él/ella había esgrimido
- nosotros habíamos esgrimido
- vosotros habíais esgrimido
- ellos/ellas habían esgrimido
Toekomende tijd I
- ik zal schermen
- jij zult schermen
- hij/zij/het zal schermen
- wij zullen schermen
- jullie zullen schermen
- zij zullen schermen
Futuro I
- yo esgrimiré
- tú esgrimirás
- él/ella esgrimirá
- nosotros esgrimiremos
- vosotros esgrimiréis
- ellos/ellas esgrimirán
Toekomende tijd II
- ik zal geschermd hebben
- jij zult geschermd hebben
- hij/zij/het zal geschermd hebben
- wij zullen geschermd hebben
- jullie zullen geschermd hebben
- zij zullen geschermd hebben
Futuro perfecto
- yo habré esgrimido
- tú habrás esgrimido
- él/ella habrá esgrimido
- nosotros habremos esgrimido
- vosotros habréis esgrimido
- ellos/ellas habrán esgrimido
Conditionalis I
- ik zou schermen
- jij zou schermen
- hij/zij/het zou schermen
- wij zouden schermen
- jullie zouden schermen
- zij zouden schermen
Condicional
- yo esgrimiría
- tú esgrimirías
- él/ella esgrimiría
- nosotros esgrimiríamos
- vosotros esgrimiríais
- ellos/ellas esgrimirían
Conditionalis II
- ik zou hebben geschermd
- jij zou hebben geschermd
- hij/zij/het zou hebben geschermd
- wij zouden hebben geschermd
- jullie zouden hebben geschermd
- zij zouden hebben geschermd
Condicional perfecto
- yo habría esgrimido
- tú habrías esgrimido
- él/ella habría esgrimido
- nosotros habríamos esgrimido
- vosotros habríais esgrimido
- ellos/ellas habrían esgrimido
Imperatief
- jij scherm
- jullie schermt
Imperativo presente
- tú esgrime
- vosotros esgrimid